Polio

polio klm health services

Polio, voluit poliomyelitis genoemd, is een ernstige infectieziekte die wordt veroorzaakt door het poliovirus. Het poliovirus is onder te verdelen in drie subtypen: type 1, 2 en 3. De ernst van de klachten hangt samen van het type polio waarmee mensen besmet zijn. In het overgrote deel van de gevallen verloopt de ziekte zonder ernstige symptomen. In sommige gevallen kan polio echter zeer schadelijk zijn en leiden tot ernstige gevolgen. De incubatietijd van polio is doorgaans een tot twee weken. De tijd tussen besmetting en de eerste gevolgen kan ook langer duren, maar nooit langer dan 35 dagen. In Nederland komt polio tegenwoordig alleen nog af en toe voor in delen van de bevolking die niet zijn gevaccineerd, maar in landen met een lage(re) vaccinatiegraad nog geregeld.

Hoe loop je het op?

Het poliovirus verspreidt zich van mens op mens. Vaak gebeurt dit door de lucht. Zo kun je besmet raken als een geïnfecteerd iemand in jouw richting hoest of niest, maar kun je de ziekte ook al oplopen door te praten met een persoon die de ziekte bij zich draagt. Ook de ontlasting van een geïnfecteerd iemand kan een bron van besmetting zijn. Een goede persoonlijke hygiëne, zoals handenwassen, is daarom belangrijk om de verspreiding van polio te beperken. Er zijn geen medicijnen tegen polio. Vaak worden mensen opgenomen in het ziekenhuis, in andere gevallen volstaat bedrust. Tijdens het herstel wordt vaak gebruik gemaakt van fysiotherapie. Meestal herstellen mensen volledig, maar soms blijven de verlammingsverschijnselen.

Wat zijn de verschijnselen van polio?

In 90 tot 95% van de gevallen verloopt een besmetting met het poliovirus zonder klachten en in sommige gevallen krijgen mensen griepachtige verschijnselen die vanzelf weer verdwijnen. Soms worden de verschijnselen ernstiger. De klachten die dan kunnen optreden zijn hoofdpijn, spierpijn en overgeven. Het poliovirus verspreidt zich dan naar het ruggenmerg en soms ook naar de hersenen. Als gevolg hiervan kunnen verlammingen aan de armen en benen voorkomen. Ook de zenuwen van de spieren die belangrijk zijn voor slikken en ademhalen kunnen worden aangetast, wat zelfs de dood tot gevolg kan hebben. In sommige gevallen leidt polio tot blijvende verlammingen die zelfs met intensieve fysiotherapie niet geheel herstellen. Bij een klein deel van de mensen die polio hebben gehad (20 tot 30%) ontstaat later een postpoliosyndroom. Dit syndroom kenmerkt zich onder meer door spierpijn, spierzwakte en moeheid.

Poliovaccinatie

De poliovaccinatie is een effectieve manier om je te beschermen tegen het poliovirus. Mensen die een serie van drie inentingen hebben gekregen, zijn levenslang beschermd. Een herhalingsvaccinatie is in dat geval dus niet nodig. Het vaccin tegen polio wordt vaak gegeven in combinatie met dat voor difterie, tetanus en, op de kinderleeftijd, kinkhoest. Deze vaccinatie wordt de D(K)TP-prik genoemd. Mensen die polio hebben gehad, zijn alleen beschermd tegen het type virus waarmee ze besmet zijn geweest, en lopen dus nog wel het risico om de andere twee varianten op te lopen. Mensen die op reis gaan naar een bestemming waar polio voorkomt en nog niet volledig ingeënt zijn (bijvoorbeeld jonge kinderen) kunnen voorafgaand aan hun reis een DK(T)P-prik halen.